de Viking zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: vi·king Verbuigingen: Vikingen<br>Vikings (meerv.) Verbuigingen: Vikinkje (verkleinwoord) een Scandinavische krijger, behorend tot de noordelijke tak van de Germanen Voorbeeld: 'Vikingen namen toen zij hier kwamen prachtige schatten met zich mee, machtige strijders waren hun leiders zwierv... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/Viking
iemand die behoort tot de groepen krijgers afkomstig uit Scandinavië, die van de achtste tot de elfde eeuw in Europa plundertochten hielden of grondgebied veroverden Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/Viking