de violist zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ vijo'lɪst ] Afbreekpatroon: vi·o·list Verbuigingen: violisten (meerv.) de violist - e zelfst.naamw. Uitspraak: [ vijo'lɪst - ə ] Afbreekpatroon: vi·o·list Verbuigingen: violistes (meerv.) iemand die op een viool speelt Synoniemen: vioolspeler 
1) Vedelaar 2) Fiedelaar 3) Altist 4) Musicus 5) Violonist 6) Vioolspeler 7) Kunstenaar 8) Strijker 9) Muzikant 10) Uitvoerend kunstenaar 11) Muziekartiest 12) Snarenspeler 
iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij viool speelt, meestal in een orkest of band; vioolspeler
vioolspeler
vioolspeler (toon de herkomst via de etymologiebank)
De violist speelt op professioneel niveau op de viool. De violist kan als zelfstandig violist werken (en solo optreden) of kan violist zijn bij een band. De violist speelt (afhankelijk van de band waarin hij speelt of het materiaal dat hij zelfstandig speelt) nieuwe of bestaande melodieën en nummers. De meeste violisten richten zich bijvoorbeeld o...
•musicus die een viool bespeelt.
vioolspeler
Een violist is een . . . vioolspeler. [basiswoordenlijst groep 5]