Let op: Spelling van 1858 vitieux, Fr., gebrekkig, verkeerd; ondeugend; bedorven, slecht. Vitiositeit, boosheid, verdorvenheid (van het menschelijke hart). Vitiüm, Lat., vice, Fr., gebrek, bederf, ondeugd. Vitiüm canonicum, een ligchamelijk gebrek, dat tot den geestelijken stand (in de Roomsche kerk) ...
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Geen exacte overeenkomst gevonden.