het vlees zelfst.naamw. Uitspraak: [ vles ] zacht gedeelte tussen de huid en de botten van mensen en dieren, vooral als voedsel Voorbeelden: 'vleeseter' , 'rundvlees' , 'een stuk vlees met aardappelen en groenten' , 'Ober, dit vlees is taai.' , 'U kunt kiezen uit vlees, kip of vis.' Het is vlees noch vis. (het is niet duidelijk wat het is, ...
1) Aspic 2) Beenham 3) Biefstuk 4) Biltong 5) Bushmeat 6) Frikadel 7) Gehakt 8) Gehaktbal 9) Hamlap 10) Karbonade 11) Kebab 12) Kikkerbil 13) Kiloknaller 14) Kogelbiefstuk 15) Konijn 16) Konijnenbout 17) Kotelet 18) Kweekvlees 19) Lamsvlees 20) Lichaam 21) Mostbröckle 22) Nier 23) Pate 24) Pekelspek 1) Boterhambeleg 2) Broodbeleg 3) Dagelijks voedsel 4) Deel van de eetwaren 5) Deel van een maaltijd 6) Deel van een vrucht 7) Dierlijk product 8) Dierlijk voedsel 9) Eetbaar deel van een perzik 10) Filet 11) Lichaam 12) Product van de kip 13) Spiermassa 14) Spierweefsel 15) Spierweefsel van dieren 
spierweefsel (toon de herkomst via de etymologiebank)
zacht weefsel om de botten van mens of dier vb: vlees van dieren dient vaak als voedsel
•spierweefsel van bepaalde organen. •spierweefsel van dieren dat opgegeten kan worden als onderdeel van de voeding.
spierweefsel
spierweefsel
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
zoete taart met vleesvulling.