volbouwen werkw. Afbreekpatroon: vol·bou·wen Verbuigingen: bouwde vol Vervoegingen: volgebouwd (volt.deelw.) 1) een bepaald gebied geheel met gebouwen vullen Voorbeeld: 'Als we niet oppassen raakt het Groene Hart helemaal volgebouwd.' 2) enz. 3) tweede betekenisomschrijving Voorbeeld: 'Zin met het v... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/volbouwen