
opgepropt, ingehouden, onderdrukt - Voorbeeld: ‘
Aan 't hoekje van de kerkhofmuur, stond Wanne de pastoor af te wachten. Op 't gepast ogenblik kwam ze vooruit. 't Was met moeite dat haar volgekropt gemoed het uitbrengen kon: - Menheer Pastoor, zoe-je, als 't u belieft, ne keer willen binnenkomen?’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.