voluit bijwoord Uitspraak: [ vɔl'œyt ] Afbreekpatroon: vol·uit zonder beperkingen Voorbeeld: 'Schrijf je voornamen voluit.' Synoniem: helemaal voluit gaan (met al je kracht iets doen) 'Hij gaat altijd voluit op de training.' 2 definities...
1) Helemaal 2) Niet afgekort 3) Niet ingekort 4) Niet verkort 5) Onafgekort 6) Ongehinderd 7) Ongeremd 8) Ten volle 9) Ten volle vooruit 10) Volledig 11) Zonder afkorting 12) Zonder terughouding 1) Helemaal 2) Onafgekort 3) Onbelet 4) Ongehinderd 5) Plankgas 6) Volledig 7) Volop 
zonder dat er iets ontbreekt vb: je moet je naam voluit schrijven Synoniemen: heel totaal volledig compleet Tegenstellingen: deels gedeeltelijk partieel