de vonk zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ vɔŋk ] Verbuigingen: vonken (meerv.) brandend of gloeiend deeltje dat van iets af vliegt Voorbeelden: 'Een vonk uit de schoorsteen is op het dak terechtgekomen.' , 'Toen ik de stekker in het stopcontact deed, schoot er een vonk uit.' De vonk slaat over. (de ene partij neemt het enthousiasme, de v...
1) Afspringend vuurdeeltje 2) Flauw schijnsel 3) Flikkering 4) Genster 5) Glimp 6) Glinster 7) Glinstering 8) Gloeiend deeltje 9) Ingeving 10) Nederlandse boekdrukker 11) Nederlandse cabaretfiguur 12) Nederlandse cabaretière 13) Nederlandse dirigent 14) Spark 15) Sprank 16) Sprankel 17) Sprankje 18) Vuur 1) Flakker 2) Flikkering 3) Genster 4) Glinster 5) Glinstering 6) Greintje 7) Spark 8) Sprank 9) Sprankel 10) Sprankje 11) Vuurdeeltje 12) Vuurspat 13) Vuursprank 
vuursprank (toon de herkomst via de etymologiebank)
stukje brandend of gloeiend materiaal vb: er spatten allemaal vonken uit de open haard
Leugen
vuursprank
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens), jenever, brandmerk.
vuursprank
Gloeiend deeltje vaste stof.Kleine elektrische ontlading door de lucht. Rubriek(en): Brand