het voorjaar zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'vorjar ] Afbreekpatroon: voor·jaar seizoen tussen winter en zomer Voorbeelden: 'In het voorjaar gaan we verhuizen.' , 'voorjaarscollectie' Antoniem: najaar Synoniem: lente Synoniemen: lente lentetijd voorjaarstijd najaar (antoniem) Gevonden op https://woorden.org/woord/voorjaar
periode die begint na de winter wanneer de natuur weer tot leven komt en de dagen lengen, en die eindigt wanneer de zomerse bloei van planten en gewassen inzet; periode die volgt na het winterweer en voorafgaat aan de tijd met zomerweer In de combinaties hieronder vaak voorafgaand aan het nevengeschikte zelfstandig naamwoord lente en soms in een sp... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/voorjaar