voorlaatst bijv.naamw. Uitspraak: [ 'vorlatst ] Afbreekpatroon: voor·laatst wie of wat voor de of het laatste komt Voorbeelden: 'het voorlaatste huis aan de linkerkant' , 'Vandaag is de voorlaatste dag van mijn vakantie.' 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/voorlaatst