I de voornaam zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'vornam ] Afbreekpatroon: voor·naam Verbuigingen: voornamen (meerv.) naam die je ouders je gegeven hebben en waarmee je meestal aangesproken wordt Voorbeeld: 'Die voornaam hoor je niet vaak.' Antoniem: achternaam II voornaam bijv.naamw. Uitspraak: [ vor'nam ] Afbreekpatroon: voor·naam 1)
1) Aanzienlijk 2) Achtbaar 3) Adellijk 4) Befaamd 5) Belangrijk 6) Beroemd 7) Betreffende 8) Bijzonder 9) Deftig 10) Doopnaam 11) Doorluchtig 12) Edel 13) Geacht 14) Gedistingeerd 15) Gewichtig 16) Grandig 17) Groot 18) Hooggeplaatst 19) Hooggezeten 20) Illuster 21) Kapitaal 22) Nobel 23) Notabel 24) Patricisch 1) Aanzienlijk 2) Aristocratisch 3) Befaamd 4) Belangrijk 5) Deftig 6) Doopnaam 7) Doorluchtig 8) Edel 9) Gedistingeerd 10) Geert 11) Gewichtig 12) Hoog 13) Hooggeplaatst 14) Notabel 15) Patriscisch 16) Roepnaam 17) Statig 
Een voornaam is een eigennaam die elk kind bij de geboorte meekrijgt. Een voornaam hoort bij de achternaam en wordt voor de achternaam geplaatst. Iemand wordt altijd bij de voornaam aangesproken, dat is de naam waaronder een persoon het meest bekend staat. De voornaam heeft al een lange geschiedenis. Een achternaam werd later geïntroduceerd, onder...
aanzienlijk (toon de herkomst via de etymologiebank)
naam die vóór je familienaam staat vb: zijn voornaam is Jan
, naam voor de familienaam.
•naam die bij de geboorte aan een persoon wordt gegeven, en die aan de familienaam voorafgaat.
[I] aanzienlijk [II] gegeven eigennaam
aanzienlijk
Allereerst de voornaam. Wanneer er ooit in iemands leven verwarring ontstaat over de precieze voornaam, dan geeft de geboorteakte de doorslag. Soms komt het voor dat een naam verkeerd in de geboorteakte is opgenomen; bijvoorbeeld bij de aangifte van een buitenlands kind. De naam kan dan via de rechter worden gewijzigd.De ouders hebben wat betreft d...