voortgaan met de verrichting van een werk, in 't algemeen met dat waarmee men bezig is (VD) - Voorbeeld: ‘Als zij allen stil lagen, deed zij voort aan 't vertelsel waar 't gister ten halve gebleven was’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php