de vrijhandel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'vrɛihɑndəl ] Afbreekpatroon: vrij·han·del het vrij in- en uitvoeren van goederen tussen verschillende landen Voorbeelden: 'vrijhandelszone' , 'vrijhandelsgebied' , 'vrijhandelsakkoord' Antoniem: protectionisme Gevonden op https://woorden.org/woord/vrijhandel
[economie] Een vorm van internationale economische samenwerking waarbij de onderlinge handelsbeperkingen zijn opgeheven teneinde de comparatieve voordelen van ieder land tot gelding te laten komen. De tegenpool is protectionisme, tot in het extreme leidend tot autarkie (geheel geen invoer meer). Tol‑, douane‑ en economis... Gevonden op https://cultureelwoordenboek.nl/economie/vrijhandel
betekent dat de overheden zich onthouden van allerlei protectionistische maatregelen. Hoewel vrijhandel leidt tot veel voordelen voor de betrokken landen komt handelsprotectie toch veel voor. Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10060
Handel tussen landen die niet belemmerd wordt door invoerheffingen of uitvoerbeperkingen. De Republiek bedreef zo veel mogelijk vrijhandel in Europa, maar niet op de intercontinentale handel. Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/11639
Handel tussen landen die volledig plaatsvindt volgens de wetten van vraag en aanbod. Het tegenovergestelde van vrijhandel is protectionisme. Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/11640
'Vrijhandel' is vrij, onbelemmerd verkeer van goederen en diensten tussen verschillende landen. Dit leidt ertoe dat de productiefactoren waarover de wereld beschikt zo efficiënt mogelijk worden ingezet (zie Comparatief voordeel). Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Vrijhandel