de vrijwilliger zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ vrɛi'wɪləxər ] Afbreekpatroon: vrij·wil·li·ger Verbuigingen: vrijwilligers (meerv.) de vrijwillig - ster zelfst.naamw. Uitspraak: [ vrɛi'wɪləx - stər ] Afbreekpatroon: vrij·wil·li·ger Verbuigingen: vrijwilligsters (meerv.) iemand die nuttig werk doet zonder ervoor betaald te krijgen
1) Buurtvader 2) Volontair 1) Gemotiveerde helper 2) Iem. die zich vrijwillig meldt voor iets 3) Onbezoldigd ambtenaar 4) Onbezoldigde functie 5) Volontair 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Vrijwilliger``] 1o. In tegenstelling tot den miliciën een soldaat, die geheel vrijwillig in dienst treedt. De Franschen noemden in de eerste omwentelingsoorlogen, de veldbataillons, die ter versterking der operatielegers uit de nationale garden getrokken werden, bataillons vrijwilligers. De ...
iemand die vrijwillig werk doet dat niet betaald wordt vb: Xantippe werkt als vrijwilliger in het Concertgebouw
Zo heette iemand die dienst nam om aan het Oostfront te vechten.
iemand die vrijwilligerswerk doet