wanten werkw. Afbreekpatroon: wan·ten Vervoegingen: wantte (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft gewant (volt.deelw.) het want op een schip in orde brengen die persoon weet van wanten (diegene weet van aanpakken) Spreekwoorden en zegswijzen • van wanten weten (=goed weten hoe men iets moet aanpakken) Naar de spreek... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/wanten
Bedekkingen voor de hand die vier vingers in een gedeelte omsluiten en de duim in een ander. Categorie: Kleding > handbedekking. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491
Spreekwoorden: (1914) Van wanten weten, d.w.z. de zaak verstaan, volkomen op de hoogte zijn, ‘van vinken weten’ (Harrebomée II, 383 a); ook: op de hoogte zijn van iets, ingewijd zijn in de geheimen. De uitdr. wordt aangetroffen bij Harreb. I, 444: Hij weet van wanten, hij doet een kousen-winkel, dat nog zoo t... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778