(in het haar) de haren tegen de streek, staande - Voorbeeld: ‘En de kleine kachtels, met weerborstelig haar en knoestig slonke leden, dansten maar zot mede tussen al 't ander gewoel’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0025.php