
wiens pronoun Uitspraak: [ wins ]
van wie Voorbeeld: 'De man wiens dochter ik tegenkwam, is een collega van me.' Synoniemen: waarvan Spreekwoorden en zegswijzen • Wiens brood men eet, diens woord men spreekt. (=Men pacteert met hen van wie men afhankelijk is.) •
wiens brood men eet, diens woord men spreek...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/wiens

1) Van wie 2) Vragend voornaamwoord 3) Voornaamwoord 4) Waarvan 5) Betrekkelijk voornaamwoord
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Wiens/1

• [m] , [n] [nv.gen] van wie: van wie, waarvan. • [m] , [n] (+audio)
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/wiens
Geen exacte overeenkomst gevonden.