de woonboot zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈwombot ] Afbreekpatroon: woon·boot Verbuigingen: woonboten (meerv.) boot die als huis is ingericht en waarin je kunt wonen Voorbeeld: 'In de grachten van Amsterdam liggen veel woonboten.' Synoniemen: ark boot 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/woonboot
boot die gemaakt is om dienst te doen als woning op het water en die daartoe aan de onderzijde verzwaard is voor de stabiliteit, waardoor hij ongeschikt is om te varen; ark; woonark Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/woonboot
over het algemeen een woonschip met een kistvormige opbouw, op de romp van een voormalig bedrijfsvaartuig. Vanaf de jaren vijftig in toenemende mate ook gebruikt ter aanduiding van een woonark. Zie ook woonvaartuig. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=wer#woonboot
Ook: woonark of woonschip. Vaartuig dat is ingericht of verbouwd voor permanente bewoning. Soms luxe bungalow op een stalen of betonnen ponton. Een woonboot valt onder de bepalingen in de Wet op Woonwagens en Woonschepen en dient over een registratienummer te beschikken. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10827