de woonwagen zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈwonwaxə(n) ] Afbreekpatroon: woon·wa·gen Verbuigingen: woonwagens (meerv.) huis op wielen dat je kunt verplaatsen Voorbeeld: 'Mensen die bij een circus werken, wonen vaak in woonwagens.' 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/woonwagen