de zaadcel zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'zatsɛl ] Afbreekpatroon: zaad·cel Verbuigingen: zaadcellen (meerv.) mannelijke geslachtscel van een plant of dier die een vrouwelijke eicel kan bevruchten waardoor er een nieuw organisme ontstaatbiologie Voorbeelden: 'Als een plant zich geslachtelijk wil voortplanten, moeten de za... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zaadcel
Een zaadje of zaadcel wordt ook wel spermacel genoemd. Ze zijn piepklein en lijken op kikkervisjes. Ze hebben een kop (waarin chromosomen zitten), een middenstuk en een staart. Met die staart kunnen ze, in de vagina van de vrouw, naar hun doel te zwemmen. In één zaadlozing kunnen 400 miljoen zaadcellen zitten. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10138