de zaal zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ zal ] Verbuigingen: zalen (meerv.) 1) grote overdekte ruimte Voorbeelden: 'theaterzaal' , 'sportzaal' op zaal liggen (in een ziekenhuis met meerdere patiënten in één vertrek liggen) een uitverkochte zaal (theaterzaal of sportzaal waarvan alle plaatsen zijn verkocht) volle zalen trekken (... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zaal
1) Concertzaal 2) Deel van een bioscoop 3) Deel van een gebouw 4) Deel van een ziekenhuis 5) Groot lokaal 6) Groot vertrek 7) Grote ruimte 8) Hal 9) Lokaal 10) Lokaliteit 11) Luisteraars 12) Nederlandse toonkunstenaar 13) Plaats in een theater 14) Plaats in schouwburg 15) Publiek 16) Rang in een schouwburg Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Zaal/1
grote ruimte in een gebouw vb: in een van de zalen werd gedanst publiek in een zaal vb: de zaal was erg enthousiast een zaal plat krijgen [het publiek inpalmen] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=zaal
De Zaal van een 18de eeuws woonhuis is een groot, goed gedimensioneerd vertrek voor representatieve doeleinden, gelegen op de hoofdverdieping van het achterhuis, dus met uitzicht op de tuin achter het huis. De ingang bevindt zich aan het einde van de gang, meestal bovenaan een klein trapje, omdat de verdiepingen van het achterhuis iets hoger liggen... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10133