zaalhouder zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: zaal·hou·der Verbuigingen: zaalhouders (meerv.) Verbuigingen: zaalhoudertje (verkleinwoord) iemand die een zaal in beheer houdt Voorbeeld: 'De zaalhouder ruimde de rommel op en veegde de vloer aan.' . 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zaalhouder