zappen werkw. Uitspraak: [ 'zɛpə(n) ] Afbreekpatroon: zap·pen Vervoegingen: zapte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gezapt (volt.deelw.) alsmaar overschakelen naar andere televisiezenders Voorbeeld: 'zappen zodra er reclame op tv is' 5 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zappen