zelden bijwoord Uitspraak: [ ˈzɛldə(n) ] Afbreekpatroon: zel·den haast nooit Voorbeelden: 'Hoogst zelden komt hier een vliegtuig over.' , 'Ze bezoeken hun ouders zelden.' , 'een verschijnsel dat zelden voorkomt' , 'iets zelden gebruiken' Antoniem: vaak Synoniemen: bijna nooit incidenteel ongemeen ongewoon raar schaars sporadisch uitzond...
1) Bij uitzondering 2) Bijna nooit 3) Bijwoord 4) Bijwoord van tijd 5) Enkel 6) Gering 7) Heel af en toe 8) Heel soms 9) Incidenteel 10) Luttel 11) Niet dikwijls 12) Niet talrijk 13) Niet vaak 14) Nu en dan optredend 15) Ongemeen 16) Ongewoon 17) Praktisch nooit 18) Raar 19) Schaars 20) Soms 21) Spaarzaam 1) Incidenteel 2) Ongemeen 3) Ongewoon 4) Raar 5) Schaars 6) Soms 7) Spaarzaam 8) Sporadisch 9) Uitzonderlijk 10) Uniek 11) Weinig 12) Zeldzaam 
bijna nooit, niet vaak (toon de herkomst via de etymologiebank)
bijna nooit vb: ik kom zelden in de stad Synoniem: sporadisch Tegenstellingen: dikwijls vaak veel veelvuldig regelmatig
•bijzonder weinig voorkomend.
zeer weinig
zeer weinig