ziener zelfst.naamw. Afbreekpatroon: zie·ner Verbuigingen: zieners (meerv.) Verbuigingen: zienertje (verkleinwoord) iemand die visioenen heeft, iemand die zegt in de toekomst te kunnen kijken Voorbeeld: 'Wat zich voor het oog van de ziener Johannes openbaart in het beeld van de glazen zee verscheen voor de poëtische blik van Novalis als d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ziener
man die door bijzondere gaven of door tussenkomst van hogere of goddelijke machten in het bovennatuurlijke of in de toekomst kan kijken; man die visioenen heeft Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/ziener