
zingen, aanhoudend zingen, gonzen, ronken - Voorbeeld: ‘
Het rumoerig vertij was eigen geworden aan lucht en grond, een nieuwe schoonheid die meegolfde in dat stille dageinden, door de warme avonden - de zingezangende, hoogschalmeiende lust: de gegunde uitspatting na zoveel lastige arbeid’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0026.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.