de zitbank zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'zɪtbɑŋk ] Afbreekpatroon: zit·bank Verbuigingen: zitbanken (meerv.) zitmeubel voor meer dan één persoon Voorbeeld: 'We ploften neer op de zitbank en toen werd het gezellig.' Synoniem: bank (1) Synoniemen: bank canapé zitplaats 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zitbank