zomers bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈzomərs ] Afbreekpatroon: zo·mers zoals gebruikelijk is in de zomer, vooral van het weer Voorbeeld: 'een heerlijke, zomerse dag' 4 definities Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zomers
1) lijkend op de zomer; de eigenschappen daarvan in zekere mate hebbend; zomerachtig 2) optredend, plaatshebbend, voorkomend, zich voordoend in de zomer; behorend tot de zomer 3) van een aard die kenmerkend is voor het genoemde in de zomer; karakteristiek voor de zomer; als in de zomer; als bijwoord: op een wijze die past bij ... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/zomers