de zomertaling zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: zo·mer·ta·ling Verbuigingen: zomertalingen (meerv.) Verbuigingen: zomertalinkje (verkleinwoord) een kleine soort eend Voorbeeld: 'Het aantal broedparen van de zomertaling in Nederland is sinds 1960 met 90% afgenomen.' . 6 definities...
1) Eend 2) Schijftaling 3) Schrijftaling 4) Schuimeendje 5) Stareend 6) Vogel 7) Weidevogel 8) Zwemeend 1) Schijftaling 2) Stareend 
(Anas querquedula) -Wetenschappelijke naam: - Anas querquedula Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Zomertaling -Vogelgroep:- Grondeleenden -Veldkenmerken.- 37-41 cm. Slechts weinig groter dan Wintertaling maar met slankere nek, plattere kruin en rechtere snavel. Mannetje in
Zomertalingen zijn broedvogels van drassige graslanden, brede oevers van ondiepe wateren en andere moerassige gebieden met veel water- en oeverplanten. Het nest bevindt zich in dichte kruidenvegetatie of in een graspol. Het voedsel bestaat uit allerlei plantaardig en dierlijk materiaal, en wordt op of net onder de waterspiegel verzameld. Zomertali....
Wetenschappelijke naam: Anas querquedula 
Latijnse naam: Anas querquedula, Engelse naam: Garganey, Familie: eendachtige
Anas querquedula, Engels: Garganey