zuidelijk bijv.naamw. Uitspraak: [ 'zœydələk ] Afbreekpatroon: zui·de·lijk als iets met het zuiden te maken heeft Voorbeelden: 'in zuidelijke richting' , 'de zuidelijke route' , 'het zuidelijk deel van het land' , 'het zuidelijk halfrond' , 'Na de afslag moet je een paar kilometer zuidelijk rijden.' Antoniem: noordelijk 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zuidelijk