bevestigen werkw. Uitspraak: [ bəˈvɛstəxə(n) ] Afbreekpatroon: be·ves·ti·gen Vervoegingen: bevestigde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bevestigd (volt.deelw.) 1) vastmaken Voorbeeld: 'een foto met een punaise aan de muur bevestigen' 2) zeggen dat iets waar of correct is Voorbeelden: 'je wachtwoord bev... Gevonden op https://woorden.org/woord/bevestigen
ergens aan vastmaken vb: hij bevestigde de kar aan de auto Tegenstelling: losmaken er ja op zeggen, zeggen dat het klopt vb: hij bevestigde het gerucht dat Jan aangekomen was Synoniemen: beamen onderschrijven Tegenstellingen: ontkennen tegenspreken loochenen het nog eens duidelijk maken vb: zijn verha... Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/
De handeling waarbij iets stevig of veilig aan iets anders wordt bevestigd met een band van welke soort dan ook. (AAT) [[en]] The action of attaching something firmly or securely to something else with a bond of any kind. (AAT) Gevonden op https://thesaurus.cultureelerfgoed.nl/concept/cht:6fe3af36-9d2d-4f4d-9279-5