
aanporren. - Voorbeeld: ‘
Een derde met de zweep en een prikkel om hem (= de stier) aan te kotteren’ (Ingoyghem II 18) - Voorbeeld: ‘
Verkamst heeft een broertje dood aan lastige arbeid, lang aan 't zelfde werk blijven, steekt hem tegen, maar Maria kotert hem aan’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.