bleu bijv.naamw. Verbuigingen: bleuer Verbuigingen: bleust 1) schuchter, bedeesd, verlegen, blood, blo 2) lichtblauw Synoniemen: bedeesd beschroomd schroomvallig schuchter timide verlegen 
1) Schuchter 2) Blode 3) Kaas 4) Verlegen 5) Bang 6) Angstig 7) Bedeesd 8) Bedremmeld 9) Schroomvallig 10) Beschroomd 11) Pips 12) Ongevoelig voor verder genot 13) Zuivelproduct 14) Groentje 15) Timide 16) Nieuwkomer 17) Kleur 18) Blauw 19) Blauwschimmelkaas 20) Sip 21) Schuw 22) Eenkennig 23) Zachtblauw 
lichtblauw - Jaar van herkomst: 1587 (WNT oranje )
Blauw. Jong. Bij vis (forel): gekookt. Bij vlees: heel eventjes gebakken, nog bijna rauw. 
Frans voor vlees dat van binnen nog rauw is (engels very rare)
lichtblauw (toon de herkomst via de etymologiebank)
lichtblauw.
Frans voor vlees dat van binnen nog rauw is. Het wordt heel even om en om aangebraden. Op zijn Engels is het 'very rare'.