diatomeeën zelfst.naamw. Afbreekpatroon: di·a·to·mee·en Verbuigingen: diatomeeën (meerv.) een fylogenetisch rijk binnen het domein der waarvan de leden een extern skelet van kiezel (siliciumdioxide, SiO< sub> 2< /sub> ) hebben. Voorbeeld: 'De meeste diatomeeën variëren in grootte van 10 tot 100 micrometer.' . 3 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/diatomeeën
klasse van kleine eencellige gele of bruine algen met een celwand van twee als deksel en doos over elkaar sluitende schaaltjes van kiezelzuur, die zowel in zoet water als in de zee leven; kiezelwieren Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/diatomeeën
• [biologie] een fylogenetisch rijk binnen het domein der eukaryoten waarvan de leden een extern skelet van siliciumdioxide (kiezel) hebben. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/diatomeeën
Syn.: kiezelwieren ; kiezelalgen Def.: microscopisch kleine plantaardige wiertjes met een stijve, harde wand van kiezel (silicium). Toelichting: staan aan de basis van het voedselweb
Gevonden op https://www.aquo.nl/index.php/Categorie:Geldige_begrippen