1) het behoorlijk warm hebben, vooral in huis, door maatregelen tegen de kou te nemen (bv. door te stoken, warme kleding te dragen of te zorgen dat het niet tocht)
2) rijk, vermogend, welgesteld zijn; meer dan genoeg geld hebben
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/er%20warmpjes%20bij%20zitten
1) het behoorlijk warm hebben, vooral in huis, door maatregelen tegen de kou te nemen (bv. door te stoken, warme kleding te dragen of te zorgen dat het niet tocht)
2) rijk, vermogend, welgesteld zijn; meer dan genoeg geld hebben
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/er%20warmpjes%20bij%20zitten

Spreekwoorden: (1914)
Er warm (of warmpjes) in (of bij) zitten,d.w.z. gefortuneerd zijn, bemiddeld zijn; eig. gezegd van een schaap, dat goed in de wol zit, of van een vogel, die goed in de veeren zit (vgl. eng. to be in feathers naast to have feathered one's nest1)); Schuerm. 870 b: goed in zijnen wol komen, zitten, tot...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Er warm (of warmpjes) in (of bij) zitten,d.w.z. gefortuneerd zijn, bemiddeld zijn; eig. gezegd van een schaap, dat goed in de wol zit, of van een vogel, die goed in de veeren zit (vgl. eng. to be in feathers naast to have feathered one's nest1)); Schuerm. 870 b: goed in zijnen wol komen, zitten, tot...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.