het futurum zelfst.naamw. Verbuigingen: futura futurums aanduiding voor handelingen die zich in de toekomst afspelen en voor de vorm die het werkwoord krijgt als de handeling die het uitdrukt zich in de toekomst afspeelt 
1) Toekomende tijd 2) Taalkundige term 3) Onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd 
periode; moment (toon de herkomst via de etymologiebank)
werkwoordstijd die uitdrukt dat men handelingen en gebeurtenissen in de toekomst situeert; ook: werkwoordsvorm die in de toekomende tijd staat; toekomende tijd
Het 'futurum simplex' (ook vaak alleen 'futurum' genaamd) is een aparte tijd die in het Latijn en in Romaanse talen de toekomst aanduidt. Opmerking: bij de medeklinkerstam is de eerste persoon enkelvoud van het indicativus futurum gelijk aan die van de coniunctivus praesens!
toekomende tijd
De onvoltooid toekomende tijd; het geeft te kennen, dat iets in de toekomst zal zijn of geschieden