[Let op: Spelling en uitleg uit 1890]tovenaar, goochelaar, bedrieger; meerv. goëten, van Grieks göès, 2de naamv. göètos, eig. de weeklagende, omdat de toverformulieren bij de ouden veelmaals in weeklachten bestonden. Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0011.php