
horen bij werkw. Uitspraak: [ ˈhorə(n) bɛi ] Afbreekpatroon: ho·ren bij Vervoegingen: hoorde bij (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gehoord bij (volt.deelw.)
1) passen bij (iets of iemand) Voorbeeld: 'Welke adressen horen bij die namen?'
2) bij elkaar horen ((van personen of dingen) een stel vormen of samen...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/horen bij

horen bij werkw. Uitspraak: [ ˈhorə(n) bɛi ] Afbreekpatroon: ho·ren bij Vervoegingen: hoorde bij (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gehoord bij (volt.deelw.)
1) passen bij (iets of iemand) Voorbeeld: 'Welke adressen horen bij die namen?'
2) bij elkaar horen ((van personen of dingen) een stel vormen of samen...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/horen bij
Geen exacte overeenkomst gevonden.