de kaap zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ kap ] Verbuigingen: kapen (meerv.) smal stuk land dat uitsteekt in zee Synoniemen: landtong voorgebergte Spreekwoorden en zegswijzen • de kaap te boven zijn (=het probleem overwonnen hebben) Naar de spreekwoorden 
1) In zee uitstekend gebergte 2) In zee vooruitstekend landpunt 3) Baken voor schepen 4) Vooruitspringend land 5) In zee uitstekende hoge landpunt 6) Uitstekende rots in zee 7) In zee uitlopend gebergte 8) In de zee uitlopend gebergte 9) Tandjoeng 10) Uitstekende landtong in zee 11) Belangrijke numerieke grens 
Gestel van balken met een daartegen aangebracht scherm van latten of ribben, dat als baak op het land dienst doet voor de zeevaart.kaap = In zee vooruitstekende landpunt. 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Kaap``] Voorgebergte. Zie Wateren
landtong
Rots die vooruitsteekt in de oceaan of de zee
gebergte dat uitloopt in zee vb: op de top van de kaap konden we de zee zien
•een in zee vooruitstekende landpunt.
[Vergeten woorden] (v.) 1) baak, baken, sein
Kaap de Goede Hoop[I] het kapen [II] landtong
1> in de zeevaart: een in zee uitstekend gedeelte van een gebergte (dus een opmerkelijk herkenningspunt). KAAP KRAT : bijnaam die het westelijke uiteinde van het IJ-eiland aan de IJhaven van Amsterdam in de jaren `80, wegens de aldaar aanwezige opslag van frisdrank- en bierkratten, bekwam. 2> in de zee- en binnenvaart : langs de kust, meestal bi......