
[Let op: Spelling en uitleg uit 1920] 1) = mancipatio.—2) het voorwerp der mancipatie, vooral slaven, ook lasten trekdieren.—3) de betrekking van afhankelijkheid, waarin vrijen gebracht waren door mancipatie, zooals b.v. de pater fiduciarius verkreeg bij de emancipatio (zie aldaar) en zooals de
Gevonden op
https://gutenberg.org/cache/epub/34955/pg34955-images.phpl
Geen exacte overeenkomst gevonden.