
Spreekwoorden: (1914)
Niet linksch zijn,d.w.z. niet dom zijn; slim, gevat zijn; ook niet linksch vallen (Volkskunde X, 99); niet slinksch vallen (Schuerm. 623 b; Antw. Idiot. 1122; Rutten, 208 a). In de 17<sup>de<-sup> eeuw was niet slinksch zijn zeer gewoon; zie Mnl. Wdb. VII, 1285 (16<sup>de<-sup&g...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Niet linksch zijn,d.w.z. niet dom zijn; slim, gevat zijn; ook niet linksch vallen (Volkskunde X, 99); niet slinksch vallen (Schuerm. 623 b; Antw. Idiot. 1122; Rutten, 208 a). In de 17<sup>de<-sup> eeuw was niet slinksch zijn zeer gewoon; zie Mnl. Wdb. VII, 1285 (16<sup>de<-sup&g...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.