opeisen werkw. Uitspraak: [ ˈɔpɛisə(n) ] Afbreekpatroon: op·ei·sen Vervoegingen: eiste op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgeëist (volt.deelw.) 1) laten weten dat je iets moet krijgen omdat je er recht op hebt Voorbeeld: 'het geld waar je nog recht op hebt onmiddellijk opeisen' Synoniem: vorderen 2) claim...
1) Aanspraak maken op iets 2) Claimen 3) Eisen 4) Kosten 5) Opvorderen 6) Rekwireren 7) Revindiceren 8) Terugvorderen 9) Verhalen 10) Verlangen 11) Vindiceren 12) Vorderen 1) Claimen 2) Opvorderen 3) Provoceren 4) Rekwireren 5) Sommeren 6) Terugvorderen 7) Verlangen 8) Vorderen 
het beslist willen hebben vb: hij kwam de sleutel van de kluis opeisen Synoniem: vorderen
• [ov] : eisen dat iets of iemand waarop men recht heeft, wordt overgegeven.