
overstromen, met water overdekken, onder water zetten (WNT) - Voorbeeld: ‘
De regen zweepte en mijzelde eenbaarlijk, de wegen werden morsig en onbegaanbaar en overal stonden de groene meerselkes overwaterd’ - Voorbeeld: ‘
Het vlakke lag er afgebakend in zijn nauwe einder, overwaterd met mist’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.