de peper zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈpepər ] Afbreekpatroon: pe·per 1) tot poeder gemalen bes van een plant, dat je als specerij over je eten doet Voorbeeld: 'Peper en zout naar smaak toevoegen.' 2) vrucht met een heel scherpe smaak Voorbeeld: 'Spaanse peper' Spreekwoorden en zegswijzen • hij heeft 
1) Beurré 2) Cayenne 3) Chilipeper 4) Cibebe 5) Cubeba 6) Habanero 7) Jamaicapeper 8) Lombok 9) Piment 10) Pimento 11) Specerij 12) Staartpeper 1) Cayenne 2) Keukenkruid 3) Kruid 4) Nederlands Schrijfster 5) Nederlandse Schrijfster 6) Pittig kruid 7) Pittige smaakstof 8) Pittige specerij 9) Plant 10) Scherp smakende specerij 11) Scherpe spijs 12) Specerij 13) Toevoeging aan spijzen 14) Uitheemse kruiderij 15) Vrucht 16) Water 
groeit in het heuvelgebied en tegen de berghellingen. Het is een klimplant; als staken dienen keurig in het gelid geplante bomen, vaak de areek. De korrels zitten als bessen in ritsen aan de ranken. In Malabar werden ze in januari en februari geplukt en gedroogd in de zon, waardoor de korrels zwart werden. Onrijpe korrels verschrompelden en moesten...
specerij (toon de herkomst via de etymologiebank)
scherpe specerij van witte of zwarte korrels vb: er moet wat peper in de soep
•specerij van malen
specerij
specerij
(de ~ (m.)) 1 [g.mv.] specerij met scherpe, hete smaak van gemalen peperkorrels
Peper is een van oorsprong Indiase specerij die wordt gemaakt van korrels die ontstaan uit bessen van een tropische slingerplant en heeft een pittige, soms hete smaak van de piperine. (Peper is overigens altijd heel erg kostbaar geweest vandaar de naam -˜peperduur-™). In de bonbons die wij maken zit zwarte peper, witte, groene en roze peper. De ...