
Spreekwoorden: (1914)
Een puisje vangen; puisjesvangen,d.w.z. bij iemand aanbellen en daarna wegloopen, beldeurtje spelen. In de 18<sup>de<-sup> eeuw komt bij Van Effen, Spect. IV, 158 een znw. puisjesvanger voor. Zie ook Sewel, 654: Een puisje vangen (een belletje maaken), to knock or ring at one's door in t...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Een puisje vangen; puisjesvangen,d.w.z. bij iemand aanbellen en daarna wegloopen, beldeurtje spelen. In de 18<sup>de<-sup> eeuw komt bij Van Effen, Spect. IV, 158 een znw. puisjesvanger voor. Zie ook Sewel, 654: Een puisje vangen (een belletje maaken), to knock or ring at one's door in t...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.