de residentie zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ reziˈdɛn(t)si ] Afbreekpatroon: re·si·den·tie Verbuigingen: residenties (meerv.) woonplaats van het staatshoofd Synoniemen: hofstad huis thuis verblijf woning woonhuis woonplaats van vorst 7 definities...
1) Hofplaats 2) Hofstad 3) Hoofdplaats 4) Hoofdstad 5) Huis 6) Regeringszetel 7) Thuis 8) Verblijf 9) Verblijfplaats 10) Woning 11) Woonhuis 12) Woonplaats 13) Zetel 1) Hofplaats 2) Hofstad 3) Huis 4) Plaats van vestiging 5) Thuis 6) Verblijf 7) Verblijfplaats van een vorst 8) Vorstelijke verblijf 9) Vorstelijke woning 10) Vorstelijke woonplaats 11) Vorstelijke zetel 12) Vorstenverblijf 13) Woning 14) Woonhuis 15) Woonplaats 16) Woonplaats van een vorst 17) Zetel 
stad waar de regering gevestigd is vb: de residentie van Nederland is Den Haag
Verblijfplaats van een vorst en/of regering.
ambtswoning, kantoor van een resident
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) verblijf of woning van een vorst; de bijnaam van `s-Gravenhage.
Bestuurlijke hoofdstad van Nederland, Den Haag
staatsrecht: de gewone verblijfplaats van een koning of regering. Bijv. Den Haag is de ~ van Nederland. ...