de skiër zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ski·er Verbuigingen: skiërs (meerv.) Verbuigingen: skiërtje (verkleinwoord) een mannelijk iemand die aan skiën doet Voorbeeld: 'Hij is ondertussen een beroemde skiër geworden.' . 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/skiër