
Spreekwoorden: (1914)
Ter zielen gaan,d.w.z. sterven; eig. gaan naar de plaats, waar de zielen der afgestorvenen zich bevinden, ad patres gaan (n<sup>o<-sup>. 1785) of zooals men in Twente zegt ophemmelen; ter zielen zijn, overleden zijn; vgl. mnl. te zielen werden, overleden zijn. Zie Huygens, Korenbl. II, 3...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Ter zielen gaan,d.w.z. sterven; eig. gaan naar de plaats, waar de zielen der afgestorvenen zich bevinden, ad patres gaan (n<sup>o<-sup>. 1785) of zooals men in Twente zegt ophemmelen; ter zielen zijn, overleden zijn; vgl. mnl. te zielen werden, overleden zijn. Zie Huygens, Korenbl. II, 3...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.