
Spreekwoorden: (1914)
Van den nood eene deugd maken,d.w.z. in den nood iets doen, ‘voor deugd of goed aanzien’, dat men anders niet zou goedkeuren; zich naar den tijd en de omstandigheden schikken; lat. facere de necessitate virtutem (Otto, 241). In de middeleeuwen: van der noot (of van der nootsake) ene doge...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Van den nood eene deugd maken,d.w.z. in den nood iets doen, ‘voor deugd of goed aanzien’, dat men anders niet zou goedkeuren; zich naar den tijd en de omstandigheden schikken; lat. facere de necessitate virtutem (Otto, 241). In de middeleeuwen: van der noot (of van der nootsake) ene doge...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.