zich vermeien reflexief werkw. Uitspraak: [ vər'mɛijə(n) ] Afbreekpatroon: ver·mei·en Vervoegingen: vermeide zich (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft zich vermeid (volt.deelw.) op een aangename manier de tijd doorbrengen ouderwets Voorbeeld: 'Het picknickende gezelschap op het schilderij lijkt zich aardig te vermeien.'... vermenen Afbreekpatroon: ver·me·nen Vervoegingen: vermeende (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft vermeend (volt.deelw.) het als mening hebben, denken Voorbeeld: 'Naar wij vermenen te weten is dit niet het volledige verhaal.' ... vermeten werkw. Verbuigingen: vermat Verbuigingen: vermeten 1) verkeerd meten 2) zich aanmatigen 
1) Zich vermaken 2) Spelemeien 1) Veronderstellen 2) Wanen 3) Onderstellen 4) Denken 1) Vermeerderen 
schuchter, bedeesd, verlegen - Voorbeeld: ‘Nonkel was nog niet terug van de kerk: ik drentelde er vermeden rond in de keuken, ongeduldig te wachten, zonder aanspraak van Tille’ meten, uitmeten
(zich ~) zich vermaken
zich (toon de herkomst via de etymologiebank)
wil, plan, voornemen.